Boerenkool stamppot

Ingrediënten

Voor 6-8 personen

1,5    kilo Raja aardappels
1,5    kilo verse boerenkool (600 gram gesneden boerenkool)
         zout en peper
40     gram (room)boter
150   ml melk of kookvocht

Bereidingsstappen

  1. Stroop het boerenkoolblad van de bladnerf
  2. Was de bladeren enkele malen in ruim koud water en snijd ze fijn
  3. Kook de boerenkool in weinig water met zout 10 minuten halfgaar
  4. Laat de boerenkool uitlekken
  5. Was de aardappels met een borsteltje en snijd ze in gelijke stukken
  6. Leg de aardappelen onder in de pan met water, zodat ze 1/3 onderstaan
  7. Leg de uitgelekte boerenkool hier bovenop
  8. Breng aan de kook en laat dit in 25 minuten gaar worden op laag vuur
  9. Giet de aardappelen en boerenkool af en vang ongeveer 150 ml kookvocht op
  10. Voeg de (room)boter en het kookvocht toe aan de aardappelen en boerenkool
  11. Stamp (of staafmixer) het geheel tot een smeuïge puree
  12. Breng op smaak met eventueel zout en peper


Westlandse Winter

Westlandse Winter

Brassica oleracea

De geschiedenis van de boerenkool begint al zeer ver voor de geboorte van Jezus Christus. Toen werden eigenlijk alleen de stelen van de boerenkool gegeten. Veel later is men de malse en zeer gezonde bladeren ook gaan eten.Boerenkool staat van alle koolsoorten het dichtst bij de wilde kool. Boerenkool heeft een kroon van grote gekrulde bladeren. Het is de sterkste koolsoort, die bestand is tegen een strenge winter. Boerenkool Westlandse winter is een biologisch gekweekte, heerlijk smakende, gekrulde boerenkoolsoort. Deze halfhoge boerenkool heeft donkergroen, licht gekruld, heerlijk smakend, mals blad. Deze soort kan in de winter op het land overwinteren en smaakt zelfs nog lekkerder en zoeter als de vorst erover heen is geweest.
Carolus

Carolus

Solanum tuberosum

De Carolus aardappel is een middenvroeg ras en rond ovaal van vorm. Het is een vrij kruimige aardappel met een gele vleeskleur. Als je de Carolus helemaal laat uitgroeien en niet teveel bemest wordt de aardappel bloemig. Kenmerkend voor deze aardappel zijn de licht rode ondiepe ogen. De Carolus is prima te bewaren. Het loof is stevig en geeft een goede bedekking van de grond, waardoor onkruid minder kans krijgt. Zijn naam is vernoemd naar Carolus Clusius die rond 1588 de aardappel voor het eerst teelde in in de Hortustuinen van Leiden. De Carolus aardappel is resisitent tegen de aardappelziekte phytophthora.